Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Beddewerk, en schalen, en [51]aarden vaten, en tarwe, en gerst, en meel, en geroost [koren], en bonen, en linzen, ook [52]geroost, 51. Hebreeuws, vaten der formeerders; dat is, des pottenbakkers. 52. Te weten, de bonen en linzen.